Het begin
Het is 1 juni 1881 wanneer in Amsterdam de Nederlandsche Bell-Telephoon daar de eerste Nederlandse telefooncentrale opent. Op locatie bij de Nederlandsche Bell-Telephoon was een telefoniste aanwezig. Zij bracht bedrijven met elkaar in contact. Zakenmensen in Amsterdam huurden een telefoon. Om een gesprek tot stand te brengen draaiden zij aan een slinger. Hierdoor maakte het toestel contact met de telefoniste. Zij prikte vervolgens een stekker in een bord om op te nemen. Ze vroeg wie er gebeld moest worden en prikte datzelfde stekkertje om op de plek van de ontvanger.
Vanaf de jaren 70
Het
heeft vervolgens wel even geduurd totdat de telefoniste die zorgde voor
de verbinding niet meer nodig was. Pas toen vaste telefoons een schijf
kregen waarmee bellers middels het draaien van deze schijf zelf een
nummer konden ‘’draaien’’ lukte het telefoon toestellen zelf verbinding
te maken. Vanaf de jaren 70 nam telefonie een volgelvlucht.
Computergestuurde centrales werden in gebruik genomen en de draaischijf
maakte plaats voor druktoetsen. In de jaren 90 werd veelvuldig gebruik
gemaakt van ISDN. Dit was een goede oplossing om te bellen en
internetten over dezelfde lijn. Inmiddels hebben wij afscheid genomen
van ISDN en maken we gebruik van VoIP (Voice over IP).
De eerste
telefoongesprekken waren vooral bedoeld voor zakelijk gebruik. Zakelijke
telefonie bestaat dus al langer dan telefonie voor de gewone consument.
Vandaag de dag is telefoneren nog steeds enorm populair onder zakelijke
gebruikers. Het grootste verschil ten opzichte van 140 jaar geleden is
het gebruik van toestellen. We gebruiken nu massaal een smartphone, een
vast toestel of een laptop of PC om te bellen.
Mensen bellen nog
steeds en zakelijk is telefonie alles behalve ouderwets. Telefonie
bestaat 140 jaar en heeft wat ons betreft nog steeds de toekomst!